Het is voor burgers en ondernemers soms best twijfelachtig of zij een omgevingsvergunning voor bouwen wel gaan krijgen. Eigenlijk is dat niet nodig. Het valt namelijk best te voorspellen.
Als aan bepaalde eisen wordt voldaan, moet het college van burgemeester en wethouders de vergunning verlenen. Dat wordt juridisch het ‘limitatief-imperatief stelsel’ genoemd. En dat kan best duidelijkheid bieden aan vergunningaanvragers en aan bezwaarmakers.
Limitatief-imperatief stelsel
Als een bouwvergunning bij het college van B&W wordt aangevraagd, toetst het college of aan artikel 2.10 algemene bepalingen omgevingsrecht (wabo) wordt voldaan. Dat artikel bepaalt kort gezegd dat een aanvraag voor een vergunning wordt geweigerd als:
a. niet aannemelijk wordt gemaakt dat het bouwen voldoet aan het Bouwbesluit (Bouwbesluit 2012);
b. niet aannemelijk wordt gemaakt dat het bouwen voldoet aan de bouwverordening;
c. het bouwen in strijd is met het bestemmingsplan dat geldt (en/of als het geldt: de beheersverordening, het exploitatieplan of algemene regels van provincie of Rijk);
d. het bouwen in strijd is met redelijke eisen van welstand.
Dus het Bouwbesluit, de bouwverordening, het bestemmingsplan en de welstandseisen zijn van belang. En soms ook nog andere regels (zie c). Belangrijk is dan dat het college de bouwaanvraag enkel aan deze eisen mag toetsen (limitatief). Niet aan andere regels of een soort van belangenafweging. En als de bouwaanvraag voldoet aan deze eisen, dan moet de vergunning ook worden verleend (imperatief). Het college mag die vergunning dan niet weigeren.
En dat maakt het wel wat overzichtelijker. Zo kun je namelijk aardig bepalen of je een bouwvergunning gaat krijgen, maar ook of het zin heeft om bezwaar te maken tegen een bouwvergunning. Dat maakt ook dat wij als advocaten onze cliënten gericht kunnen adviseren over bijvoorbeeld slagingskansen.
Uitspraak
Hoe dit in de praktijk uitwerkt, zien we bijvoorbeeld terug in de uitspraak van 19 augustus 2020 van de Afdeling, de hoogste bestuursrechter.
Hier was een vergunning aangevraagd om een extra toegang te maken tot een benedenwoning. Dat zou dan onder meer tot gevolg hebben dat het trappenhuis door meerdere mensen gebruikt moest worden en daarmee waren de huurders van de bovenwoning het niet eens. Zij gaven aan dat hun privacy geschonden zou worden, zij minder genot van de huurwoning hadden, hun huuroppervlakte kleiner werd en dat sprake zou zijn van geluidsoverlast. De Afdeling begon ermee door op te merken dat zij de zorgen van de huurders begreep. Maar verder maakte zij hier korte metten mee:
“Maar de door hun genoemde rechten en belangen kunnen en mogen geen rol spelen in de procedure bij de bestuursrechter tegen de omgevingsvergunning. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo en dat het college de vergunning terecht heeft verleend.”
Een duidelijke toepassing van het limitatief-imperatief stelsel. De Afdeling benoemt die term verderop in de uitspraak zelfs letterlijk. Hopelijk was aan de bovenburen uitgelegd dat hun bezwaar en (hoger) beroep eigenlijk geen kans van slagen had. Wellicht is met ijdele hoop toch procedures gevoerd. Maar op voorhand viel te voorspellen dat dit hem niet ging worden en kon aan de vergunninghouder worden uitgelegd dat de bezwaren en (hoger) beroep eigenlijk geen kans van slagen hadden. Dat biedt dus duidelijkheid aan zowel vergunninghouders als aan degenen die een vergunning wil tegenhouden.
Wat heeft u eraan?
Maak van artikel 2.10 Wabo in de praktijk gebruik. Een advocaat, jurist of andere adviseur kan goed voorspellen wat de kans van slagen van de aanvraag van een bouwvergunning en een eventueel bezwaar is. Ook kunt u het wellicht zelf inschatten. Dat biedt duidelijkheid en voorkomt onzekerheid.
Mocht u nu vragen hebben over de omgevingsvergunning voor bouwen of andere bestuurs- of omgevingsrechtelijke vragen hebben. Schroom dan niet om vrijblijvend contact op te nemen. Bel of e-mail gerust, loop even binnen of maak gebruik van ons gratis kennismakingsgesprek. Wij helpen u graag verder.
Ook interessant:
Geschreven door:
mr. Robert van Huussen.
Heeft u een vraag? Neem contact op.