Op verschillende nieuwssites was het te lezen: “Modeketen Witteveen krijgt uitstel van betaling”. Een duidelijk teken dat het niet goed gaat met de keten. Uitstel van betaling of, zoals wij dat in de juridische wereld noemen: surseance van betaling. Het aanvragen van uitstel van betaling kan een onderneming uitkomst bieden: waarom, hoe gaat het in zijn werk en wat betekent surseance van betaling nu eigenlijk?
Uitstel van betaling: wanneer?
Als een onderneming (de schuldenaar) haar opeisbare schulden niet meer kan betalen, zoals bij winkelketen Witteveen, dan heeft zij (uiteraard) een probleem. De schuldeisers willen hun geld en hun geduld zal, met alle gevolgen van dien, een keer opraken. Beslagleggingen, gerechtelijke procedures en misschien zelfs wel faillissementsaanvragen kunnen dan volgen. Allemaal maatregelen die er uiteindelijk toe kunnen leiden dat het faillissement van de onderneming wordt uitgesproken. Dan is én de onderneming niet gered én krijgen veel schuldeisers weinig of helemaal niets betaald. Om dit te voorkomen kan het aanvragen van uitstel van betaling een uitkomst bieden.
Surseance van betaling: hoe en waarom?
De rechtbank kan op verzoek (bij verzoekschrift) van de onderneming een surséance van betaling verlening. De onderneming moet bij het verzoekschrift een overzicht van de baten en schulden van de onderneming voegen. Zoals gezegd wordt met uitstel van betaling geprobeerd om een faillissement te voorkomen. Het is namelijk een tijdelijke situatie ter overbrugging van (hopelijk) tijdelijke liquiditeitsproblemen. De schuldenaar krijgt zo alsnog de gelegenheid om haar financiële problemen op te lossen, waarna zij de schuldeisers alsnog geheel of gedeeltelijk kan voldoen en faillissement kan worden voorkomen.
Voorlopige uitstel van betaling
De rechtbank verleent het surseance van betaling in eerste instantie altijd voorlopig. Dit voorlopig surseance duurt in de regel vier tot zes weken (Men at Work is dus op dit moment net aan deze periode begonnen). De rechtbank benoemt daarbij direct een bewindvoerder. Deze beheert tijdens deze periode samen met de schuldenaar de onderneming. De bewindvoerder onderzoekt vervolgens zelf (en dus onafhankelijk) of het surséance van betaling kans van slagen biedt en adviseert hierover de rechtbank. De bewindvoerder zal bijvoorbeeld inventariseren of er wel voldoende financiële middelen zijn of zijn te verwachten om binnen korte termijn alsnog aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Als dit niet het geval is, moet de bewindvoerder dit melden aan de rechtbank en zal de rechtbank het uitstel van betaling niet omzetten naar een definitief uitstel van betaling, maar zal zij het faillissement van onderneming uitspreken.
Definitieve uitstel van betaling
Als de bewindvoerder tijdens het voorlopig surséance van betaling wel concludeert dat er uitzicht is op (gehele of gedeeltelijke) betaling van alle schuldeisers, zal er een zitting plaatsvinden (deze wordt gelijk gepland als er voorlopig uitstel wordt verleend). De onderneming zal op die zitting haar ‘reddingsplan’ moeten presenteren. Daarna zal de rechter de bewindvoerder om advies vragen om vervolgens op de zitting uit te spreken of zij genoeg vertrouwen in het plan van de schuldenaar heeft om het voorlopig surseance van betaling om te zetten naar een definitief surseance van betaling. Als de rechter van mening is dat er een redelijk vooruitzicht is dat de schuldenaar alsnog haar schuldeisers geheel of gedeeltelijk zal kunnen voldoen, zullen vervolgens de schuldeisers die naar de zitting zijn gekomen mogen stemmen. Als een gekwalificeerde meerderheid vóór omzetting stemt, zal de rechtbank het verzoek toewijzen. Daarbij bepaalt de rechter ook hoelang het uitstel van betaling zal duren. Dit is in de meeste gevallen anderhalf jaar.
Uitstel van betaling: gevolgen?
Als er uitstel van betaling aan een schuldenaar is verleend, betekent dit dat de onderneming haar schuldeisers (let op: alleen de concurrenten) tijdens de periode van het uitstel van betaling niet hoeft te betalen. De schuldeisers kunnen de betaling tijdens deze periode ook niet meer afdwingen. Beslagleggingen treffen dus geen doel en zelfs het faillissement van de schuldenaar kan niet worden aangevraagd.
Een ander gevolg van surseance van betaling is dat de schuldenaar samen met de bewindvoerder het beheer over de onderneming voert. De schuldenaar mag met betrekking tot het vermogen van de onderneming enkel rechtshandelingen verrichten mét toestemming van de bewindvoerder. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat de onderneming zoveel mogelijk is gericht op financieel herstel. Zo kan bijvoorbeeld ook niet een afzonderlijke schuldeiser worden betaald, maar kan betaling alleen als alle schuldeisers naar evenredigheid worden betaald.
Conclusie
Naast de elementen die ik hierboven heb beschreven, zijn er natuurlijk nog meer onderwerpen van belang bij een surseance van betaling. U kunt dan bijvoorbeeld denken aan de gevolgen voor huurovereenkomsten en/of arbeidsovereenkomsten. Voor nu wil ik concluderen met de opmerking dat uitstel van betaling dus – anders dan een faillissement – is gericht op de instandhouding en de voortgang van de onderneming, waarbij ondertussen wordt gestreefd naar (al dan niet volledige) betaling van de schuldeisers. In de praktijk blijkt helaas wel dat dit niet altijd lukt, waarna vaak alsnog het faillissement wordt uitgesproken.
Heeft u vragen over deze onderwerpen of over de inhoud van deze blog, dan kunt u uiteraard altijd vrijblijvend contact met mij opnemen.
Geschreven door:
mr. Robert van Huussen.
Heeft u een vraag? Neem contact op.