Betrokken, deskundig en oplossingsgericht. Slechts drie woorden, maar met zoveel betekenis. Als familierechtadvocaat heeft Job dagelijks te maken met menselijk leed...
Een 26-jarig 'kind' eist en krijgt zakgeld. Is dat ook in Nederland mogelijk?
Vandaag stond met grote letters in de (digitale) Telegraaf: "Italiaanse dochter 26 eist en krijgt zakgeld". Ook het verhaal onder deze kop was smeuïg en wellicht zelfs een tikkeltje bizar.
Volgens het artikel was er het volgende aan de hand. Een 26-jarige vrouw uit de Noord-Italiaanse provincie Pordenone heeft haar vader voor de rechter gesleept omdat zij vond dat zij te weinig zakgeld ontving. De jonge vrouw werkt niet en staat alleen nog ingeschreven bij een universiteit terwijl zij allang afgestudeerd had moeten zijn. Toen de vader het zat werd dat zijn dochter geen fluit uitvoerde, besloot hij de maandelijkse toelage te verlagen naar € 20,-- per week. De vrouw was het hier niet mee eens en besloot de kwestie aan de rechter voor te leggen. Geloof het of niet, maar de vrouw won de zaak en de vader moet nog de aankomende twee jaar in haar levensonderhoud voorzien. Zou zoiets ook in Nederland kunnen gebeuren?
Onderhoudsplicht voor kinderen op grond van de wet
Al eerder schreef ik de blog ‘Wie is er onderhoudsplichtig voor een kind?’. In deze blog legde ik uit dat de verplichting tot betaling van kinderalimentatie in ieder geval geldt tot 18 jaar. Deze onderhoudsverplichting wordt verlengd voor meerderjarige kinderen tot 21 jaar, maar voor deze groep kinderen (ook wel ‘jongmeerderjarigen’ genoemd) geldt wel dat eventueel inkomen dat zij hebben van invloed is op de omvang van de behoefte van een kind aan een onderhoudsbijdrage. Als het kind bijvoorbeeld een fulltime baan heeft, kan het zo zijn dat de bijdrage van de ouders op een lager bedrag wordt gesteld.
Ik legde daarnaast uit dat voor kinderen van ouder dan 21 jaar geldt dat zij alleen nog een recht hebben op een bijdrage van hun ouders als zij ‘behoeftig’ zijn, oftewel als het kind niet in staat is om in het eigen levensonderhoud te voorzien.
Met dit blog heb ik dus al kort stil gestaan bij de onderhoudsverplichting van meerderjarige kinderen van 21 jaar en ouder. Naar aanleiding van het opmerkelijke bericht in de krant vandaag, wil ik hierop echter nog wat verder inzoomen.
Wanneer is er sprake van behoeftigheid?
Uit de gepubliceerde uitspraken van de verschillende rechtbanken blijkt dat de rechter er niet zo snel vanuit gaat dat een meerderjarig kind van 21 jaar en ouder nog behoeftig is. Het moet gaan om de situatie dat een kind niet beschikt en ook in redelijkheid niet kan beschikken over voldoende eigen middelen om te voorzien in het eigen levensonderhoud. Dit is dus een hoge drempel.
Zo hebben rechters in de volgende gevallen bepaald dat er geen sprake was van behoeftigheid:
- het kind volgt een voltijd opleiding, terwijl door die opleiding het niet of nauwelijks mogelijk is voor het kind om een bijbaan te hebben of anderszins te werken;
- het kind is een HBO-opleiding gestart nadat een MBO-opleiding was afgerond. Over de MBO-opleiding heeft het kind langer gedaan dan gebruikelijk door dyslexie;
- het kind volgt een MBO-opleiding met daarbij een stage van 21 uur met een stagevergoeding van € 150,-- per maand;
- het kind heeft een ongeluk gehad, heeft hieraan cognitieve klachten overgehouden en is in een revalidatietraject terechtgekomen.
Uit het bovenstaande blijkt wel: behoeftigheid wordt niet snel aangenomen. Wanneer zou er dan wel sprake kunnen zijn van behoeftigheid? Gedacht kan worden aan kind van 21 jaar of ouder met een dusdanig zware handicap, dat het voor het kind niet mogelijk is om te werken.
Onderhoudsverplichting voor kinderen op grond van een overeenkomst
Op grond van de wet zal dus niet snel worden aangenomen dat een ouder verplicht is om een financiele bijdrage te leveren aan een kind van 21 jaar of ouder. Dit ligt echter anders als ouders hierover met elkaar of met het kind een (mondelinge) overeenkomst hebben gesloten.
Zo komt het regelmatig voor dat gescheiden ouders in hun ouderschapsplan of convenant een zogenoemd derdenbeding hebben opgenomen. In zo’n beding is dan bijvoorbeeld bepaald dat de ouders aan een meerderjarig kind een bijdrage verschuldigd zijn zolang het kind met redelijke resultaten en in overleg met de ouders een beroepsopleiding volgt of studeert, maar uiterlijk tot het moment waarop het kind de 25-jarige leeftijd heeft bereikt. Daarbij wordt dan ook vaak opgenomen dat het kind zo nodig kan vorderen dat de ouders het beding nakomen.
Een meerderjarig kind van 21 jaar en ouder kan aan zo’n derdenbeding een eigen, zelfstandig recht ontlenen. Het is dan dus niet meer nodig om te laten zien dat het kind behoeftig is. Wel zal het kind moeten onderbouwen aan wat voor bijdrage hij/zij dan behoefte heeft, naast bijvoorbeeld de eigen inkomsten.
Conclusie: Italiaanse praktijken ook in Nederland?
Zonder een overeenkomst waarbij de ouders hebben afgesproken om een financiële bijdrage te leveren aan een meerderjarig kind van 21 jaar of ouder, zal een ouder alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden worden verplicht om een bijdrage te betalen aan een kind van die leeftijd. De Nederlandse rechter zou in deze zaak dan ook zeer waarschijnlijk tot een ander oordeel zijn gekomen dan zijn of haar Italiaanse collega.
Vragen?
Komt uw kind van 21 jaar bij u voor een financiële bijdrage en wilt u weten of in uw geval er een verplichting is om deze bijdrage te betalen? Of hebt u naar aanleiding van deze blog nog andere vragen? Neemt u dan gerust contact op met mij of mijn collega Danique Linders.