In onze praktijk horen wij regelmatig de gedachte dat een vader minder recht op omgang heeft dan de moeder. In de meeste gevallen is dit een hardnekkig misverstand. Het wettelijk uitgangspunt is namelijk dat beide ouders, als zij juridisch ouder zijn, recht hebben op omgang met hun kind(eren). De rechtbank maakt hier alleen in bijzondere gevallen een uitzondering op. In dit blog wordt ingegaan op de rechten en plichten van ouders bij een zorg- of omgangsregeling.
Omgang en de positie van de ouder zonder gezag
Uit het uitgangspunt dat juridisch ouders het recht hebben op omgang blijkt dat gezag geen voorwaarde is voor omgang. Gezag verwijst namelijk naar de wettelijke verantwoordelijkheid van ouders om beslissingen te nemen over de opvoeding en verzorging van hun kind(eren). In een eerdere blog over het (gezamenlijk) ouderlijk gezag legden wij uit dat gezag door beide ouders gezamenlijk of slechts door één ouder uitgeoefend wordt. Omgang gaat daarentegen over het recht op contact tussen een kind en een ouder. Voor het recht op contact is gezag dus geen voorwaarde. Daarom hebben ook ouders zonder gezag recht op omgang met hun kind.
De afspraken die een ouder met gezag en een ouder zonder gezag maken over het contact tussen het kind en de ouders wordt de omgangsregeling genoemd. De term zorgregeling wordt gebruikt wanneer beide ouders het gezag delen en afspraken maken over hoe de zorg- en opvoedingstaken verdeeld worden. Over de zorg- of omgangsregeling maken ouders meestal samen afspraken. Deze afspraken wordt vastgelegd in een ouderschapsplan, dat verplicht is bij een (echt)scheiding met minderjarige kinderen. Als de ouders er niet samen uitkomen, kan de rechter een zorg- of omgangsregeling vaststellen.
De rechten van ouders bij de zorg- of omgangsregeling
Beide ouders hebben, ongeacht de gezinssituatie, rechten die voortvloeien uit hun rol als ouder. De belangrijkste rechten zijn het recht op omgang en het recht op informatie. Het recht op omgang geeft de ouder recht op contact met het kind. Dit contact is belangrijk voor het behoud van de band tussen ouder en kind. Om onderdeel uit te kunnen maken van de (belevings)wereld van het kind hebben beide ouders recht op informatie over belangrijke zaken die het kind aangaan. Denk hierbij aan schoolprestaties, gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ouders zijn verplicht deze informatie aan elkaar te verstrekken.
De plichten van ouders bij de zorg- of omgangsregeling
Een zorg- of omgangsregeling bevat nauwelijks plichten voor beide ouders. De belangrijkste verplichting is dat de regeling uit het ouderschapsplan of de gerechtelijke uitspraak nagekomen wordt. Daarnaast heeft de ouder met gezag de verplichting om de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen. Deze verplichting is tot op heden niet wettelijk vastgelegd voor de ouder zonder gezag.
Er bestaat geen wettelijke plicht voor de manier waarop de zorg- of omgangsregeling ingevuld moet worden. Inhoudelijk zijn ouders dus vrij om invulling te geven aan de regeling, zolang er in het belang van het kind gehandeld wordt. Handelt een ouder niet in het belang van het kind, kan dat voor de andere ouder een grond zijn om de zorg- of omgangsregeling te wijzigen. Deze ouder kan de regeling niet eenzijdig wijzigen, daarvoor is overleg met de andere ouder of een uitspraak van de rechter noodzakelijk.
Wat als de afspraken niet worden nagekomen?
Wanneer één van de ouders de zorg- of omgangsregeling niet naleeft, kunnen er juridische stappen worden ondernomen. De ouder die benadeeld wordt, kan een verzoek indienen bij de rechtbank om naleving af te dwingen. Als dit verzoek toegewezen wordt, kan de rechter beslissen een dwangsom op te leggen, zodat de ouder een prikkel tot nakoming van de zorg- of omgangsregeling heeft.
Meer informatie?
Heeft u vragen over zorg- en omgangsregelingen of wilt u juridisch advies over uw situatie? Neem dan gerust contact op met onze specialisten. Wij helpen u graag verder.
Geschreven door:

mr. Job Blok.
Heeft u een vraag? Neem contact op.